Jan van Krieken:
Nienke Faber (Velp, Gelderland, 1955) bracht haar jeugd door in Friesland. Daarna volgde ze in elke woonplaats, zoals Groningen, Nijmegen, Leiden en Bemmel, cursussen op het gebied van tekenen en schilderen. In 1981 is ze ruimtelijk gaan werken. Na een korte periode waarin zij kunstgeschiedenis studeerde, volgde ze boetseerlessen van Henk van Meurs aan de Kleine Academie in Bemmel. Sinds 1991 geeft ze zelf les aan diverse keramiekgroepen in Valburg en vanaf 1999 werkt zij in haar eigen atelier en geeft ook workshops.
Nienke denkt in ruimtelijke vormen. Het werken met klei biedt haar de mogelijkheden om uitdrukking te geven aan wat zij onder een positief mensbeeld verstaat. Ze vindt het een geweldig gegeven dat je ontroerd kunt raken, als je door de sfeer van een beeld gegrepen wordt. Ze is in haar element als ze een hele dag geboetseerd heeft. Een belangrijk thema in haar beeldend werk is de sierlijke, tedere en sensuele houding van de vrouwentorso. De vrouw als symbool voor de mens, voor het begin van het leven.
Nienke streeft naar een sterke expressiviteit in eenvoudige, verabstraheerde - maar ook beweeglijke - vormen. In de ruwe en gladde texturen van de klei, maar ook in een sterke belijning van de vormen tast zij letterlijk inhoud en vorm af. In de archaïsche beelden uit de Egyptische en de Griekse cultuur maar ook in het werk van de beeldend kunstenaar Jean Dubuffet herkent zij de kracht van een rake en eenvoudige vorm. Het is dan ook niet onverwacht dat Henry Moore een door haar bewonderde kunstenaar is. Je ogen kunnen aftasten wat je hand zou kunnen voelen.
Voor Nienke is in haar keramische en bronzen sculpturen geen plaats voor verstikkende glossy glazuren. Wel voor chamotteklei en engobes (kleurend kleislib), materialen waarbij door het poreuze karakter van de klei het beeld contact houdt met aarde en vuur. Vandaar ook haar keuze voor het zaagselstoken en het Raku stoken. Een traditionele Japanse wijze van stoken waarbij craquelé optreedt en ongeglazuurde delen zwart beroet worden.
Ze houdt van de sfeer die archeologische vondsten uitstralen. Waar begrippen als oud en nieuw met elkaar verbonden lijken. Ook in haar werk wil ze door de verweerde uitstraling van de textuur vormgeven aan een laagje tijd, aan de schoonheid van vergankelijkheid.
Uit: In Zicht, Valburgse kunstenaars in beeld, Valburg 2009